zondag 17 juni 2018

Even terug in het vaderland ...



Onlangs waren we nog eens een goeie week op bezoek in het vaderland. Of is het moederland? Sedert België geen kolonies meer heeft, verkiezen we vaderland.

We waren gelogeerd in het appartement van een lieve vriendin van Christine in de Leiestraat in Kortrijk, recht tegenover het stadhuis en naast de bibliotheek.




Het werd een week met zomerse temperaturen in een bruisend Kortrijk.

Uit ervaring weet ik dat een dergelijke week zeer druk is en gewichtstoename tot gevolg heeft op het einde.

De avond van onze aankomst stond "Acamoda" op het programma. Niet onmiddellijk mijn ding, des te meer dat van Christine, die als oud-leerlinge van de Kortrijkse academie was uitgenodigd.

Tweejaarlijks showt het atelier Mode en Theaterkostuums van de Academie Kortrijk de collecties van de studenten onder de naam "Acamoda".

De modestudenten laten hun visie op de hedendaagse mode zien door de heersende trends in vraag te stellen. Ze laten zich inspireren door de rijke Europese kostuumgeschiedenis of door etnische elementen eigentijds vorm te geven. 



's Anderendaags een verjaardagsetentje met onze Brugse vrienden, Annemie en Fernand, in Brugge natuurlijk.

Later op de week werden we bij hen thuis nog eens vergast op een heerlijke maaltijd.

Fernand was de chef-kok van het Pannenhuis in Brugge, hij leerde de stiel in de Civière d'Or op de markt in Brugge


Het interieur van de Civière d'Or.

De Civière d'Or op de markt in Brugge.

Onlangs waren Renaat en Veerle bij ons op bezoek in Ribérac.

Een uitstapje naar Aubeterre ...

Een tegenbezoekje in de Hoogstraat kon niet ontbreken.

Renaat staat ook meer dan zijn mannetje in de keuken. Telkens we er op bezoek gaan duurt het niet lang of we hebben het over onze jeugd, onze bakkerij van vroeger en onze familiegeschiedenis. Onze vrouwen hebben al meerdere malen dezelfde verhalen moeten aanhoren maar iedere keer opnieuw komt er toch ook iets nieuws naar boven en we weten werkelijk van geen ophouden.

Renaat weet ook dat ik sterk geïnteresseerd ben in de Wevelgemse geschiedenis en zorgde ervoor dat ik even zijn buur Marc Soenen kon ontmoeten, de zoon van meester "Soentje", mijn meester in het vijfde leerjaar 1964-1965.

Mijn "punteboekske" van het vijfde leerjaar.

Marc Soenen schreef samen met Philippe Stragier een boek: "75 - Rode Kruis - Wevelgem - 1943-2018", een leuk vooral kijkboek met veel foto's. Ik kon het bij hem aankopen.

De plaatselijke afdeling wordt opgericht op 12 januari 1943, in volle oorlogstijd. Er is een gebrek aan medewerking van de gemeentelijke overheid, aldus het boek. De burgemeester wordt niet bij naam genoemd. In die periode was oorlogsburgemeester Michel Byttebier aan de macht.

In de beginjaren herken ik Henriette en Rosanne Delrue, Yvonne Vanhalst (moeder van Rik, Geert, Jan en Lieve Bevernage) en Germaine Wetsoen (zuster van melkboer Louis, ze hield een winkeltje met kruidenierswaren in de Roeselarestraat op de Wijnberghoek) op verschillende foto's.

Opvallend ook hoeveel Rode Kruis-huwelijken tot stand komen onder de vele vrijwilligers, niet waar Franky?

Ik herken ook mezelf op een foto uit 1993, aanwezigheid als gemeenteraadslid was toen belangrijk en is het nog steeds.





Het bleef niet bij dit boek alleen, Renaat kon er mij nog twee geven.

"Mijn Oorlog", de ervaringen uit de tweede wereldoorlog door Wevelgemnaar Frans Robesyn.



Mijn ouders hadden ontzag voor Frans, hij was de man van de BTW, die ingevoerd werd einde jaren 60. Frans was ook de vader van o.a. Jean-Paul, misdienaar op de Wijnberg samen met mijn oudste broer Johan, en van Carine, van mijn geboortejaar 1954.

"Mijn Oorlog" is een zeer vlot geschreven boek dat ik in één ruk heb uitgelezen uitgelezen.

Op bladzijde 14 schrijft hij:

"Vandaag, 70 jaar later, heb ik het raadzaam geacht geen lijsten van mensen in mijn boek op te nemen, noch van "de witten", noch van "de zwarten" van onze gemeente Wevelgem. Dit teneinde de haatgevoelens van toen niet opnieuw aan te wakkeren. Dat zij inmiddels rusten in vrede."

Er bestaan dus lijsten en ik vraag me af in wiens handen ze zich momenteel bevinden. 

Belangrijk is dat deze info niet verloren geraakt.

Het boekje dat ik schreef over Wevelgem gedurende de tweede wereldoorlog zou ik graag willen open trekken naar "Collaboratie, verzet en repressie in Wevelgem tijdens en na de tweede wereldoorlog". Bij het zoeken naar bronnen word ik goed geholpen door Geert Lecompte, een naar Brussel uitgeweken Wevelgemnaar die ik die week ook in Kortrijk kon ontmoeten.

Alvast zal hoofdstuk 2 van het boek over "de oorlog van Alfons Decock die nooit eindigde" (Nikolaas Ottevaere) van groot nut zijn. Dit hoofdstuk heeft het uitvoerig over de organisatie van de weerstand.

Geert is bovendien zeer gedreven in zijn opzoekingen. Zijn grootvader, Carlos Lecompte, was weerstander bij het OF en een "Nacht und Nebel"-gevangene. 




We keren terug naar het boek van Frans Robesyn en citeren een fragment op bladzijde 77, een fragment dat ten zeerste mijn belangstelling wekt:

"Ik moet u nog een paar feiten die alhier plaats grepen in die zomer van 1944 melden: Vrijdag 4 augustus zijn de inwoners van de Nachtegaalstraat aan een bloedbad ontsnapt: enkele dagen voordien werd een eenzame Duitser in de Moorselestraat neergekogeld door een verzetsman. Vermoedens wogen op vader en zoon Denys uit de Nachtegaalstraat. De Duitsers vermoedden dat in de woning Denys een vergadering zou plaatshebben van verzetslui. De Geheime Feldpolizei had een valstrik gespannen: vier agenten lagen in een hinderlaag terwijl een ander ging aankloppen aan de woning. Vader Denys deed open en stond oog in oog met een feldgendarm die hem wilde arresteren. Bliksemsnel vuurde Denys zijn pistool leeg en poogde de zieltogende feldgendarm in huis te sleuren toen plots 4 gendarmen op het toneel verschenen. Vader en zoon vluchtten weg langs de achterdeur, nagezeten en beschoten door de Duitsers. Andre Denys kreeg een kogel in de hiel. Enkele tijd nadien was het huis omsingeld en alle inwoners van de straat moesten buiten hun huis op de stoep. De burgemeester Byttebier werd erbij gehaald en pleitte voor de onschuldige bewoners, de gijzelaars mochten naar huis. 's Anderendaags was het natuurlijk een toeloop van volk naar het huis Denys. De woning van de familie Denys werd met balen stro omringd en nog dezelfde namiddag in de lucht geblazen."

Nog een fragment, op bladzijde 81, trekt mijn aandacht, de oorlog is voorbij ...:

"Op een bepaald ogenblik werd gedreigd met de plundering van de gleiswarenwinkel van Michiel Byttebier, de huidige oorlogsburgemeester die nergens meer te bespeuren was. Dit was voor de mannen van de weerstand een brug te ver. Ze lanceerden een oproep om jonge mannen in hun rangen te krijgen en geplande wandaden te verijdelen. Ik zelf heb dan ook aan deze oproep beantwoord. 's Avonds om 6 u moest ik mij aanmelden aan de winkel van de firma Byttebier. Daar ik tot hier toe nog nooit enig wapen in handen had gekregen, werden mij de eerste schietlessen gegeven met een geweer; Ik werd aangeduid om de nachtwacht te houden in de winkel van de burgemeester wat mij heel onwennig overkwam. 's Morgens werden wij binnengeroepen door mevrouw Byttebier die ons met plezier een tas koffie aanbood uit wederdank omdat wij wellicht haar winkel hadden gevrijwaard van plundering of andere wandaden. 's Anderendaags werd ons gemeld dat mijnheer Byttebier ergens was opgedoken en dat de verdere bewaking van zijn winkel niet meer nodig was. Ik  ben naar huis getrokken en was heel tevreden dat ook dit avontuur achter de rug was."

Het tweede boek dat Renaat voor mij in petto had beschrijft de geschiedenis van het vliegveld Bissegem-Wevelgem. Het boek had hij bekomen van ons tante Cecile, zus van mijn moeder. Hun vader, Maurits Degroote, was een tijdje tewerkgesteld op het vliegveld, vandaar de interesse ...
   


Terloops verwijs ik hier graag ook naar een ander werkje dat een stukje Wevelgemse geschiedenis beschrijft. Bernard Langedock was zo vriendelijk mij een tijdje geleden een exemplaar toe te sturen. Auteurs: Philippe Haeyaert, Bernard Langedock en Pol Vandesteene.


En er ligt nog leeswerk op de boekenplank.

Jan Bevernage overhandigde me het eindwerk uit 2015 van zijn broer Geert dat hij als gids in de Leiestreek had moeten maken. Het wordt een wandeling vanaf het stationsgebouw naar de vroegere wasserij Bevernage op de Wijnberghoek, met de interessante geschiedenis van die twee gebouwen.

Het gebeurde allemaal in die week in het vaderland.