vrijdag 22 september 2017

Sint-Aloysiuscollege Menen (1970-1973)






(Ingekort) filmpje van Dirk Trachet over enkele leraars in het Sint-Aloysiuscollege te Menen, vermoedelijk in 1974: we herkennen: Joris Delameillieure, Urbain Dewaele, Bernard Denys, Bruno Creus, Johan Nuttin, Marc Reynaert, Antoon Vandendriessche en Roland Vyvey.




In het laatste jaar humaniora in het Sint-Aloysiuscollege te Menen krijgen we les van Joris Delameillieure, hij geeft Nederlands en Duits.

" 't Witje" is zijn lapnaam, neen, eerder zijn bijnaam want het is positief bedoeld, omdat hij altijd een witte stofjas draagt als hij les geeft. Een witte "skorte" of "skabbe" zoals we in Wevelgem zeggen.
Het is een zachtaardige man met toch veel gezag.

Ik ben op Internet op zoek gegaan naar foto's van of met Joris maar heb er geen gevonden.

Dan maar een kijkje genomen in mijn privécollectie, en ja, een foto gevonden uit 1964.

Joris is dan al actief op de Wijnbergparochie in Wevelgem en staat links op de foto tijdens de dag van het "heilig" vormsel op 12 mei 1964.

De vier misdienaars verdienen het vermeld te worden, van links naar rechts: Frans Vromman (zoon van melkboer Gerard), Pol Stragier (uit de Wijnbergstraat), oudste broer Johan Seynnaeve en Patrick Depoortere (uit de Nachtegaalstraat).

Frans en Johan worden die dag als misdienaar gevormd. Patrick en Pol zijn een jaar jonger en moeten nog een jaartje wachten.


Joris is klant bij mijn vader en ik ga heel dikwijls met brood bij hem aan huis in de Vrijheidsstraat. Aan de overkant woont Roland Vyvey, nog een leraar van het Sint-Aloysiuscollege. Roland met zijn groen kevertje, zijn wagen bedoel ik, geeft wiskunde en fysica. Een man met een hart van koekebrood.


Roland Vyvey

Joris Delameillieure overlijdt plots thuis in Wevelgem op 15 juli 2010 nadat hij al een tijdje op rust is.

Ik wijk echter af en keer terug naar 1973. In één van de lessen Nederlands van Joris is een spreekbeurt houden de opdracht, de keuze is vrij.

Ik kies een onderwerp in functie van mijn toekomstige studies en ga voor "Freudiaanse versprekingen".
In een ander stukje kan je al vernemen dat die toekomstige studies in de psychologie een snelcursus zullen worden.

Aan de K.U.L. krijg ik vakken als filosofie van De Wachter, moraalfilosofie van Desmaele, neurofysiologie van Callens, biologie van Koch, psychologische statistiek, psychodiagnostiek, sociale en culturele antropologie van Roosens en experimentele psychologie van Claeys, een professor die eruit ziet als Omar Sharif en die steeds kan rekenen op een flinke aanwezigheid van vrouwelijke studenten in de aula.

Ook nonnetjes zitten op de eerste rij in de aula tijdens zijn lessen, we hebben immers te maken met een katholieke universiteit.

Wanneer "Omar" het fijntjes heeft, met een blik op de nonnetjes, over sublimering en projectie, voelen ze zich ietwat ongemakkelijk.

"Sublimering" en "Projectie" had ik beter toegevoegd aan mijn spreekbeurt over de Freudiaanse versprekingen, net zoals "Vrije associatie" en "Verdringing", allemaal leuke termen en onderwerpen in de psychoanalytische wereld van Freud.

Vooral omdat mijn spreekbeurt nogal kort uitvalt, hoop en al bijna een A4-tje vol en enkele minuten lang durend.

Dat het kort uitvalt is te verklaren. In 1973 kunnen we nog geen opzoekingen doen op Internet, het moet uit de boeken komen. Bovendien valt over het onderwerp eigenlijk weinig te zeggen, zelfs op vandaag, na opzoekingen op het net.

Volgens Wikipedia is een Freudiaanse verspreking een verspreking, die onbedoeld onthult wat (wellicht onbewust of ontkend) belangrijk is in de geest van de spreker, wat hem pre-occupeert.

Je kan ook te maken hebben met Freudiaanse verschrijvingen of Freudiaans verkeerd horen.
De klassieke voorbeelden zijn:
  • "hatelijke" groeten i.p.v. "hartelijke" groeten onderaan een brief (onbewust zou de schrijver de geadresseerde eigenlijk haten)
  • de voorzitter die de vergadering opent met de woorden "Ik verklaar de vergadering voor gesloten" (hij wou dat ze al voorbij was)
Een beetje (zeer) ver gezocht is misschien wel "uw toegenepen doodkind" in plaats van "uw toegenegen doopkind", onderaan een nieuwjaarsbrief.

Een leuke is wel "belastigdienst" i.p.v. "belastingdienst" op een aanwijsbord.

Klasgenoot Tom Verschaeve laat me ondertussen weten dat hij zich mijn spreekbeurt nog goed herinnert en hij bezorgt me nog enkele leuke versprekingen:
  • een staande "ovulatie" i.p.v. "ovatie"
  • alle "hengsten" aan dek (all hands on deck => alle hens aan dek)
Maar beter had ik dus nog wat Freudiaanse onderwerpen toegevoegd, ik wil ze wel even (opnieuw) "kort" toelichten.

"Sublimering" is het omzetten van oerdriften (angst, seksualiteit, agressie, ...) in sociaal of maatschappelijk geaccepteerde vormen, zoals ambitie voor studies, werk, kunst, wetenschap, ...
Ben ik met mijn blog aan het sublimeren?

"Vrije associatie" - daar maak ik volop gebruik van momenteel bij het schrijven van mijn stukje - is "zonder nadenken" zeggen of schrijven wat je te binnen schiet. Een patroon of verklaring zou te ontdekken zijn en je krijgt inzicht in dieperliggende motieven en ervaringen.

"Verdringing" - het woord komt al ter sprake in de (onder)titel van mijn blog - is een proces waarbij gedachten, beelden, herinneringen of wensen naar het voorbewuste (onderdrukking) of onbewuste (verdringing) worden teruggedrongen. Toch wel een handige techniek als je het niet over een bepaald onderwerp of deel van je leven wil hebben.

"Projectie": wanneer men eigenschappen of emoties van zichzelf tracht te ontkennen, verbergen of verdringen door deze toe te schrijven aan iets of iemand anders.

Joris, als je nu kan meelezen, zou dat geen betere spreekbeurt geweest zijn?

Je moet de spreekbeurt natuurlijk nog altijd brengen voor een klas, een publiek. Ook geen gemakkelijke opdracht, spreken voor een publiek. Altijd al de "trac" gehad als ik dat moest doen. Door mijn job bij de NMBS en door de gemeenteraad is dat toch al wat gebeterd met de jaren.

Ook ben ik nog steeds benieuwd wat mijn klasgenoten, op de foto hierna, van mijn spreekbeurt hebben gevonden. Herinneren ze zich dit nog of zijn ze dit gewoon vergeten, hebben ze het onderdrukt of verdrongen?

Retorica 1973 - Latijn-Grieks en Latijn-Wetenschappen.
Onze klastitularis in de retorica is "Narre" of "den Dennis" Bernard Denys (tweede van links op de foto), hij geeft Latijn, Frans en Godsdienst. Een betere klastitularis kan je je niet indenken.

Bernard Denys overlijdt te Leuven op 15 juli 2020.




Klasgenoot Philippe Clerick schreef een mooi eerbetoon Afscheid van meester.

Op de foto vind je ook nog de subregent en de directeur. Ze hebben beide mooie lapnamen die ik hier niet vermeld, je weet nooit dat er nog een mee leest.

De klasgenoten van links naar rechts: Dirk Desreumaux, Jean-Paul Soen (overleden), Tom Verschaeve, Dirk Claerbout, Filip Desmet, Geert Vanhauwaert, Philippe Clerick, Herve Mahieu, Frans Josson, Henri Tahon, Arnold Seynnaeve, Benjamin Mahieu, Jan Vercruysse, Luc Commeyne (overleden), Eddy Mahieu, Jan Vervaeke, Michel Nollet en Eddy Callewaert (overleden).


Wetenschappelijke A en Latijn-Wiskunde 1973. Ik herken Frans Depaepe, Willy Naessens, Rik Ryssaert en de latinisten Mark Vandenbraembussche (+), Jean-Marie Declercq, Francis Viaene, Rik Devriendt en Denis Volcke.

Ik heb ook nog goeie herinneringen aan geschiedenisleraar Bruno Creus, die het ook kan hebben over de actuele geschiedenis, zoals de presidentsverkiezingen in USA. Bruno komt later (1976) ook nog een lesje geven in de Jeugdclub te Wevelgem over de gemeenteraarsverkiezingen. Het kiessysteem wordt er haarfijn uitgelegd.

Bruno laat zich ook niet onderbreken tijdens zijn lessen, tot grote frustratie van Philippe Clerick, die een crack is om de leraars aan het "lijntje" te houden door discussie aan te gaan. We zitten volop in de Amada-periode. 

Philippe, zelf leraar geworden, past nu voor zijn klas misschien wel dezelfde "Creus"-regels toe. Op tijd afblokken.

Op zaterdagvoormiddag wordt nog les gegeven maar de verplichte avondstudie wordt in het laatste jaar afgeschaft.

In plaats van studie volgt, na de lessen, nu een dagelijkse stop in het "Brouwerietje" op de Wijnberghoek in Wevelgem, voor enkele biertjes en sigaretten en een partijtje biljart, samen met wijlen Luc Commeyne.

Op het einde van het schooljaar in 1973 laat Bernard Denys een liedje horen van Zjef Vanuytsel, ik denk dat het "Ik Weet Wel Mijn Lief" is maar ben niet zeker. Waarbij de klas staat voor lief?

Ik duid mezelf aan als verantwoordelijke om later de klas samen te roepen.

Er is al een reünie-poging begin jaren 1990, het komt er echter niet van, door omstandigheden ...

De jaren gaan voorbij en er is Facebook. We beginnen mekaar terug te vinden.

Op 15 oktober 2016 komen we al eens "en petit comité" samen bij Bistro Bruno in Wevelgem. Het wordt een echte meevaller.

15 oktober 1916 aan de Middenstand te Wevelgem.

We besluiten om een klasreünie te organiseren met de latinisten van toen, dus ook met Latijn-Wiskunde, die eigenlijk klas vormen met de Wetenschappelijke A.

Op 21 oktober 2017 komen we samen, opnieuw bij Bistro Bruno, 11 klasgenoten (6 van Latijn-Wetenschappen, 2 van Latijn-Grieks en 3 van Latijn-Wiskunde) en twee verrassingsaanwezigen, oud-leraars Antoon Vandendriessche en Bruno Creus.

Terug naar de retorica 1973.

Van l.n.r.: Tom Verschaeve, Antoon Vandendriessche, Dirk Desreumaux, Dirk Claerbout, Philippe Clerick, Hervé Mahieu, Frans Josson, Bruno Creus, Arnold Seynnaeve, Michel Nollet, Jean-Marie Declercq, Denis Volcke en Francis Viaene.

Ook Xavier Coppens, journalist en subregent van het Sint-Aloysiuscollege, komt een beetje later een kijkje en kiekje nemen.



Als Anderlecht-fan ben ik vast van plan om het met Francis Viaene te hebben over de bekermatch van KWSC Lauwe tegen en in Anderlecht op vrijdag 30 oktober 1976. Hij moest Rob Rensenbrink de ganse match op de huid zitten ... hier klikken voor het stukje dat ik over KWSC Lauwe, het kleine Anderlecht schreef. Lauwe speelde ook op 26 augustus 1966 en 28 februari 1976 een bekermatch in en tegen Anderlecht.

Met Francis op de klasreünie.

We maken opnieuw een sprongetje naar het Sint-Aloysiuscollege te Menen.

In het voorlaatste jaar (de poësis - 1971-1972) krijgen we Etienne Debrouwere als klastitularis. Ik vind hem een beetje een grijze mus. Onze klas gaat door als negatief en passief.

Ik herinner me wel dat ik een (jaar)werk maak over Felix Timmermans.

De winter van 1971-1972 is een kletsnatte winter en de boeren zitten "vast" op hun land. Met een aantal van de klas helpen we op een woensdagnamiddag boer Jules Lateur van Wevelgem, bieten rooien. Zo negatief en passief zijn we nu ook niet.

Het derde laatste jaar in het Sint-Aloysiuscollege (1970-1971) is voor diegenen die het lager hebben gevolgd in het Sint-Pauluscollege te Wevelgem tevens het eerste jaar in Menen.

Tijdens de grote vakantie van 1970 fiets ik samen met Geert Vanhauwaert enkele keren vanaf de Wijnberghoek langs de "Zevekote" en het "Moskou bos" aan het Duits kerkhof, richting Sint-Aloysiuscollege te Menen. We willen weten hoeveel tijd we er over zullen doen, het wordt iets van zeven minuten maar dan wel in koerstempo.

Menen Wald - het Duits kerkhof.

Honderden keren maken we gebruik van dit binnenbaantje. Vandaag is het niet langer mogelijk om op die manier Menen te bereiken.

Het eerste jaar in Menen eet ik 's middags op school. Onze tafel wordt steeds goed en snel bediend want mijn oudste broer Johan helpt mee opdienen als laatstejaars.

Het middagmaal op donderdag bezorgt ons steevast maagoprispingen tijdens de les technisch tekenen van Hostens. Dat komt door de frieten, het rauw gehakt en de tartaarsaus waarvan we elke week iets te veel eten.

Het eten wordt 's middags in het college klaargemaakt onder leiding van chef-kok Albert, die niet vies is van wat schunnige praat.

Ook een vieruurtje is nog mogelijk. Halve broden per man, dik gesmeerd met choco, worden er verorberd.

Vanaf de tekenklas zie ik Paul Leman dactylo-les geven aan het lager middelbaar. Ik zwaai even naar Paul, die in Wevelgem ook verantwoordelijke is in de Jeugdclub. Door hem moet ik op een zaterdag geen strafstudie volgen. Hij houdt toezicht en ik sta zogezegd niet op zijn briefje met de gestraften. Waarvoor de Jeugdclub allemaal niet goed is.

Van in een klein klaslokaaltje op de bovenste verdieping kan je het orgel in de kapel goed horen. Ik hoor er dikwijls Pink Floyd met als uitvoerder, mijn oudste broer.

De laatste twee jaren ruil ik de fiets in voor een "Mobylette", kom ik 's middags naar huis om te eten en kan ik "gemotoriseerd" enkele klanten bedienen met brood. Voor wat hoort wat.

Onze klastitularis in de derde Latijnse is de piepjonge Antoon Vandendriessche, van wie we Nederlands, Engels en Duits krijgen. Ook geschiedenis? Dat herinner ik me niet zo goed meer. Zoals Bernard Denys is Antoon de gedroomde klastitularis.

Ik sluit af met de beste herinneringen aan het Sint-Pauluscollege en het Sint-Aloysiuscollege!








5 opmerkingen:

  1. Wel, wel, dat je al die documenten nog hebt. Het liedje was inderdaad "Ik weet wel mijn lief" en lief stond inderdaad voor "klas". Bernard Denys gaf ook kunstgeschiedenis (o.a. artistieke blote madammen van Renoir)Spreekbeurten: ik herinner me noch de mijne noch de indruk die de jouwe op mij heeft gelaten. Misschien ging die van Geet V ofwel over etikette (!!!) of over het genot van het roken. Misschien waren dat wel twee verschillende opdrachten, een ervan kan een oefening zijn geweest in retorica, je publiek dus overtuigen van een goede zaak... zoals het roken.Onze klas was gekend als de pest: passievelingen, negatievelingen, onsportievelingen (tot wanhoop van Jantje Broucke). Die reputatie kreeg vooral een boost bij Debrouwere in de Poësis.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 1e reünie, dat was in 2016, toch? 1916, dat is het geboortejaar van mijn (goede, cfr Philippe) vader.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je bent een echte archivaris, Arnold. En je herinneringen kloppen, ook als je twijfelt. Zjef Vanuystels 'Ik weet wel mijn lief' ... wis en zeker. Mét de uitleg die Dirk zich ook herinnert. En Antoon Vandendriessche heeft inderdaad ook geschiedenis gegeven aan ons, ik vermoed in het vierde jaar (de derdes dus). Jouw spreekbeurt over versprekingen herinner ik mij maar heel vaag, maar jouw eerdere spreekbeurt, wellicht in het vijfde jaar, of het vierde, over tandverzorging herinner ik mij dan weer heel goed. Geen koekjes voor het slapengaan! Ik denk er dagelijks aan. Alleen wist ik toen niet goed of je ernstig of ironisch was. 'k Weet het nog altijd niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Philippe, met de beste wil van de wereld, ik herinner me niet ooit een spreekbeurt gegeven te hebben over tandverzorging. Ik zie mezelf niet onmiddellijk zo'n onderwerp aansnijden. Heb ik dit verdrongen?

    BeantwoordenVerwijderen