zondag 2 juni 2024

De Wijnberghoek in Wevelgem ... een nostalgische terugblik.

Je moet al bijna op tram 7 zitten met startplaats en haltes op de Wijnberghoek - dit is het geval voor mij - om deze nostalgische terugblik volop te smaken.

In heel wat vroeger geschreven stukjes verwijs ik naar de Wijnberghoek, waar mijn grootouders en ouders in de Roeselarestraat een bakkerij hadden. 

Een fragmentje uit Kleuter- en lager onderwijs (1954-1966) (hier klikken) :

"De “bewaarklasjes” doorloop ik in de Kleine Wijnbergstraat. In het 1ste kleuter (1957-1958) bij juffrouw Brigitte Staelens dacht ik, maar klasgenootje van toen, Françoise Mortier, zegt mij dat het juffrouw Henriette Delmotte was. In het 2de kleuter (1958-1959) bij juffrouw Jacqueline Defoor die met Nieuwjaar een zieke zuster verving en die de tweelingzus is van Jacques Defoor, mijn latere meester van het vierde leerjaar en in het 3de kleuter (1959-1960) bij zuster Serafien.
Later kom ik nog terug in de Wijnbergschool voor de "Fancy Fair", waarvan de opbrengst bestemd is voor de missies.

Onze overburen Zulma en Maria Donckels helpen mee met het organiseren van de Fancy Fair.
De ongetrouwde zusters Zulma en Maria leven samen met hun broer Michel, eveneens ongehuwd. Met hem speel ik regelmatig de priorpronostiek die we indienen bij coiffeur Lionel Vandenbroucke. Grote winsten zitten er niet in.

Er woont nog familie Donckels aan de overkant. Een andere broer Maurice Donckels is wel gehuwd en heeft 4 kinderen: Monique, onder wiens begeleiding we naar de Wijnbergschool gaan, Remi, Frans, die later permanent verantwoordelijke wordt in de jeugdclub Ten Goudberge, en Jacques, die nog naast mij zal zitten in de studiezaal van het Sint-Pauluscollege.
...
Op 25 maart 1961 doe ik mijn Eerste Communie op de Wijnberghoek in de tot noodkerk omgebouwde oude vlasschuur van Jules Heytens in de Wijnbergstraat.

Bron: Wibilinga via publicatie in De Geschiedenis van Wevelgem van Jules en Lieven Vervenne en Ludo Vanhove.

...

In het vijfde leerjaar word ik misdienaar op de Wijnberg, samen met Geert Vanhauwaert, Rik Bevernage en Patrick Deprez bij pastoor Maurits Lauwers en hulppriester-leraar Georges Messiaen, ook proost van de Chirojeugd.

Om beurt dienen we ’s morgens vroeg een week lang de mis, in het Latijn en met de rug naar het publiek, en op zondagnamiddag het Lof. Af en toe moeten we in de week een trouw of een begrafenis dienen en dan mogen we de nodige uren afwezig blijven van school, dat is altijd even mooi meegenomen.
Na een huwelijk wordt er door de misdienaars "gestropt". Het huwelijkspaar wordt bij het verlaten van de kerk door ons met een touw tegengehouden. Ze kunnen maar voorbij als ze ons een fooi geven.

...

Eén van de nieuwe misdienaars om de onze "lichting" te vervangen is Bernard Stragier. Zijn nonkels Frans en Marcel Stragier stellen op de hoek van de Roeselare- en Wijnbergstraat een gebouwtje ter beschikking dat ingericht wordt als “biljartkot”. Het wordt een verzamelplaats voor een aantal jongeren van de Wijnberg  maar eveneens voor volwassenen die er een partijtje biljart ondereen willen spelen. Ik ben een wekelijkse bezoeker en speler.
In de tweede helft van de jaren 60, het juiste jaar herinner ik me niet meer, schaffen ook wij ons een televisie aan. Hij wordt door Valère Mortier geleverd en “geïnstalleerd” op een zondag. Het eerste programma, uiteraard in zwart-wit, dat we zien zijn de Flinstones.

Vóór die magische zondag, gaan we af en toe naar Zorro of Rin Tin Tin kijken bij tante Mimi in de Wijnbergstraat of bij onze buurvrouw Bertha, de moeder van kunstenaar Lionel Holvoet “Nille Marente”.

Op een dag is daar een andere kunstenaar op bezoek, Antoon De Candt (1939-1966) en, na een spannende Zorro, zegt hij mij: “Ge zijt zo rood als een tomatte”."

In De zee van Ochotsk (hier klikken) van Danny Chambaere kom ik nog even terug op een voorvalletje in het derde bewaarklasje:

"Over het vijfde verhaal schrijft hij:
"Schliemans wraak" is het verhaal van de onzekerheid over de uitwerking van onze daden. Het vernederde jongetje wil weerwraak nemen op zijn pesters en treft, geheel ongewild, een onschuldig kind. Dan doet hij wat o zo menselijk is: hij schuift de zwarte piet door naar iemand anders die het in zijn ogen verdient om gestraft te worden."
 
Het verhaal moet zich afspelen in Wevelgem en de jonge "Schliemann" doet denken aan Danny zelf die van jongs af aan geboeid is door de geschiedenis van de Guldenbergabdij in zijn gemeente.
 
Elke Wevelgemnaar die Danny kent kan echter moeilijk geloven dat hij in staat zou zijn om tot een wraakoefening over te gaan zoals beschreven op het einde van het verhaal. Hoewel, meeloper "Commeyne" ("hij zou zelfs niet mogen deelnemen aan het kantonaal examen") verdient het wel om gestraft te worden.
 
Bovendien is inderdaad niets menselijks ons vreemd.
 
Ik heb het persoonlijk meegemaakt in het derde "bewaarklasje" bij zuster Serafien op de Wijnberghoek.
 
Samen met klasgenoot Johnny Staelens moest ik op de eerste verdieping een legodoos halen. Bovenaan de trap liet ik de doos per ongeluk vallen, alle legoblokjes kwamen met veel lawaai op de gelijkvloers terecht. Zuster Serafien kwam buiten gestormd en ik schoof de schuld in de schoenen van Johnny, die niet reageerde. Hij werd gestraft. Dubbel laf van mij, Johnny verdiende het niet om gestraft te worden, hij had me niets misdaan.
 
Later heb ik er Johnny nog over gesproken tijdens een van onze bijeenkomsten van het geboortejaar 1954. Hij herinnert zich niets meer en heeft er geen trauma aan overgehouden. Het blijft mij nog altijd een beetje achtervolgen."

Een fragmentje uit R.I.P. Marc Meulemeester (hier klikken):

"Marc zet zijn humaniorastudies verder in het atheneum van Kortrijk.
 
Hij is een speciale maar toffe gast, die in veel dingen een voorloper is en de eerste hippie wordt van de Wijnberghoek. We kijken naar hem op. Ik zie ons nog tafelvoetbal spelen in het pas geopende parochiaal centrum op de Wijnberg "den Tempel" in 1967, op de jukeboxklanken van Procol Harum, A Whiter Shade of Pale."


Zelfs in De belangrijkste overwinningen van Rik Van Looy (hier klikken) heb ik het over de Wijnberghoek:


"Begin jaren 60 werd ik supporter van Rik Van Looy, onder invloed van Lucien Staelens, de schoenmaker uit de Wijnbergstraat in Wevelgem.

Lucien kon echt lyrisch vertellen over de overwinningen van Rik II.

Als supporter van Van Looy kon je onmogelijk supporter worden van Merckx. Rik had tegenstanders van formaat gekend, Poblet, Anquetil, Van Steenbergen, De Bruyne, ... Eddy niet, althans volgens Lucien.

Ik liep rond met een petje van Van Looy en droomde ervan om als fietsende bakkerszoon ooit een groot wielerkampioen te worden. Ik had ook een petje van Anderlecht. Jammer dat ik die petjes niet bewaard heb. Een kampioen in het wielrennen of voetballen ben ik niet geworden.

Goeie herinneringen heb ik wel aan die mooie periode overgehouden."


Enkele fragmenten uit Sint-Aloysiuscollege Menen (hier klikken):


"Het derde laatste jaar in het Sint-Aloysiuscollege (1970-1971) is voor diegenen die het lager middelbaar hebben gevolgd in het Sint-Pauluscollege te Wevelgem tevens het eerste jaar in Menen.

Tijdens de grote vakantie van 1970 fiets ik samen met Geert Vanhauwaert enkele keren vanaf de Wijnberghoek langs de "Zevenkoten" en het "Moscou bos" aan het Duits kerkhof, richting Sint-Aloysiuscollege te Menen. We willen weten hoeveel tijd we er over zullen doen, het wordt iets van zeven minuten maar dan wel in koerstempo.

Honderden keren maken we gebruik van dit binnenbaantje. Vandaag is het niet langer mogelijk om op die manier Menen te bereiken.

...


Op zaterdagvoormiddag wordt nog les gegeven maar de verplichte avondstudie wordt in het laatste jaar afgeschaft.

In plaats van studie volgt, na de lessen, nu een dagelijkse stop in het "Brouwerietje" op de Wijnberghoek in Wevelgem, voor enkele biertjes en sigaretten en een partijtje biljart, samen met wijlen Luc Commeyne."


In Wijnbergse winkeliers, middenstanders, handelaars en landbouwers in de jaren 60-70 (hier klikken), volgend fragment over enkele boerderijen:


"De Wijnberghoek kende ook een aantal landbouwbedrijven. In het begin van de Ezelstraat had je aanvankelijk de vlasroterij Luyckx. Vader Luyckx werd vroeg weduwnaar met acht kinderen, de vlascommerce ging fel achteruit en de roterij werd een varkenskwekerij (later door Géry omgebouwd tot een motel,"Happy Day", en nu bestuurd door zijn zoon Charlie).

Wat verderop in de Ezelstraat, op de rechterkant, had je boer Elie Luyckx die nu nog altijd op de boerderij woont. Door de aanleg van de A19 kon je zijn boerderij niet meer bereiken vanaf de Ezelstraat, dit was enkel nog mogelijk vanuit Moorsele.

Het kruispunt (de Kruiskapel op die locatie is ondertussen verdwenen) voorbij met de Moorselestraat en nog steeds in de Ezelstraat had je de boerderij van Georges Devlies, nu uitgebaat door zijn zoon Jozef.

Nog verder in de Ezelstraat de boerderijen Wallecan en  Roelens (boer Eric stierf jong en onverwacht op zijn tractor in het veld)."



De Kruiskapel op de hoek van de Moorsele- en de Ezelstraat bestond reeds in 1823. De kapel werd gebouwd met dezelfde soort stenen als de koeienstal en het wagenhuis van de nabijgelegen hofstede Ter Hulst van de familie Devlies. 

De overlevering beweert dat de Kruiskapel werd opgericht om de hoornveeplaag, die in de 18de eeuw regelmatig opdook, te weren van de hofstede.

Het was één van de vele stopplaatsen die de bedevaarders aandeden tijdens hun bedevaart naar Dadizele in de maand mei.

In de jaren 1980 was deze kapel in zeer slechte staat en tijdens een felle storm in 1990 werd ze volledig vernield. Het beeld hangt nu in de woning van de hoeve Devlies.

Bron, ook van de foto: De Geschiedenis van Wevelgem van Jules en Lieven Vervenne en Ludo Vanhove.


In De broodrondes in Wevelgem (hier klikken) mocht de Wijnberghoek natuurlijk niet ontbreken:


"Boer Georges Devlies was een zeer gemakkelijk klant. Zelden was er iemand in huis, niets was op slot en je moest zelf oordelen hoeveel broden er in de bijkeuken op de frigo moesten gelegd worden, bruin of wit, dagvers of niet, gewoon aanvullen tot drie broden. De boerderij wordt nu nog steeds uitgebaat door zoon Jozef.
 
Het huis van Marc van "'t Vrie" (tegen de wijk "'t Vrije" in Moorsele) werd later met de grond gelijk gemaakt voor de aanleg van de A19. De tunnel in de Moorselestraat kwam er in de plaats. Marc was een stille man, een noeste werker met wie ik af en toe een praatje kon slaan. Zijn ouders in de Wijnbergstraat en zussen, o.a. Agnes, waren ook klant.

Tijdens de schoolvakanties kwamen daarbij de namiddagrondes, samen met ons vader en met de auto. Ik geloof dat er een beurtrol was met mijn oudste broer, een week maandag-woensdag-vrijdag en een week dinsdag-donderdag. Op woensdagnamiddag heb ik dikwijls het begin van "Kapitein Zeppos" en later "Johan en de Alverman" gemist, dat was balen. Er was wel op zondagnamiddag een herhaling maar je moest het op woensdag gezien hebben of de rest van je week was naar de knoppen.

In het begin was de bakkerij één week gesloten wegens jaarlijks verlof, later twee weken, zeker niet meer en in samenspraak met bakker Georges Vanlede, kwestie van de Wijnberghoek niet zonder brood te zetten. Dit jaarlijks verlof gebruikte mijn vader om grondige kuis te doen in zijn bakkerij. Voor ons was dat grote luxe, ons eens kunnen uitleven tijdens de vakantie zoals de leeftijdgenoten.

Er zijn weinig straten waar we geen klanten hadden, vooral op de Wijnberghoek. In het kluwen van de zijstraten van de Vrijheidsstraat, die uitgaven op de Moorsele- en Ezelstraat vonden we moeiteloos onze weg, anderen liepen er gegarandeerd verloren ... De klanten van de Kruishoek werden als een van de laatsten bediend. In de Menen-, Kortrijk- en Lauwestraat weinig of geen klanten, in de zijstraten van de Lauwestraat wel.

De verste klanten richting Kortrijk situeerden zich in de Guldensporenstraat, meer bepaald 30 en 30A, de families D'haene-Seynhaeve (ouders van Koen, die nog onze bakkerij heeft bezocht met de klas van meester Azou, mijn jongste broer Willem zat in dezelfde klas) en Debonne-D'haene, families afkomstig van de Wijnberghoek, vandaar."



Over Frans Soenen, mijn politieke vader die woonde in de Nachtegaalstraat, schreef ik twee stukjes, lees ze hier en hier.

Ook in mijn boek Verzet en collaboratie in de regio komt de Wijnberghoek verschillende keren ter sprake.

Hoe de Nachtegaalstraat op 4 augustus 1944 ontsnapt aan een bloedbad lees je hier en over de bezetter en bevrijder die de liefde vinden op de Wijnberghoek hier.

4 opmerkingen:

  1. Als lauwenaar met toch heel wat bindingen met Wevelgem(college,voetbal vrienden,familie)lees ik met belangstelling uw berichten.Heel herkenbaar en het projecteert mij terug in de tijd.Michel Nollet

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Doet mij ongewild denken aan een spel dat wij speelden. Portemonneetje….we legden een leeg portemonneetje op de straat met daaraan een lange visdraad en verstopten ons waar we het toch konden zien. Als er dan fietsers of voetgangers het portemonneetje zagen grepen ze er naar en wij trokken dan juist vooraf aan het touw zodat het ongrijpbaar werd. Er was ook een variatie zonder draad waarbij we kiekenstront erin deden. Pech voor zij die het snel in hun sacoche staken. Paul Dhaene

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Altijd leuk om herinnerd te worden aan onze jonge jaren op de wijnberghoek. Voor een groot stuk heel herkenbaar. Als kinderen van een zelfstandig wasserijuitbater moesten wij te pas en te onpas bijspringen bij drukke momenten in de zaak. Het ietwat "moderne" woord flexibiliteit was ons toen al niet vreemd. Jan Bevernage

    BeantwoordenVerwijderen